Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

ZJ0087

Datum uitspraak2000-12-20
Datum gepubliceerd2002-05-23
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 00/00264
Statusgepubliceerd


Uitspraak

WAHV 0 /00264 20 december 2000 CJIB 30719631 Gerechtshof te Leeuwarden Arrest op het hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter te Arnhem van 26 mei 2000 betreffende [betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene), wonende te [woonplaats]. 1. De beslissing van de kantonrechter De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie in het arrondissement Arnhem ongegrond verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. 2. Het procesverloop De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld. De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen, maar heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. 3. Beoordeling 3.1. Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van ƒ 330,-- opgelegd ter zake van 'overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen bubekom bij wegwerkzaamheden (verkeersbord A1); > 25 en t/m 30 km/h', welke gedraging zou zijn verricht op 30 oktober 1999 op de Pleijweg in de gemeente Arnhem (feitcode S320e). 3.2. Betrokkene heeft erkend de gedraging te hebben verricht. Hij stelt echter, dat hij door te hard te rijden niemand in gevaar heeft gebracht, omdat er niet daadwerkelijk werkzaamheden werden verricht. Voorts voert hij aan, dat de sanctie hem gelet op de hoogte van zijn inkomen zwaar treft. 3.3. Het hof overweegt hieromtrent het volgende. 3.4. Het feit, dat ten tijde van de door de betrokkene begane gedraging niet daadwerkelijk werkzaamheden werden verricht, levert geen omstandigheid op, die oplegging van een administratieve sanctie niet billijkt of tot een lager bedrag van de sanctie moet leiden. Voor een gedraging met feitcode S230e is immers niet vereist dat er ten tijde van de gedraging ook daadwerkelijk werd gewerkt (vergelijk HR 13 april 1999, nr. 547-98-V). Daar komt in het onderhavige geval nog bij, dat er volgens de verbaliserende ambtenaar ter plaatse wel gevaarscheppende elementen waren. 3.5. Hetgeen de betrokkene verder heeft aangevoerd omtrent zijn inkomen is niet van dien aard, dat op grond van de omstandigheden waarin hij verkeert een lager bedrag van de administratieve sanctie zou dienen te worden vastgesteld. 3.6. Het hof zal derhalve de beslissing van de kantonrechter bevestigen. 4. De beslissing Het gerechtshof: bevestigt de beslissing van de kantonrechter. Dit arrest is gewezen door mr Vellinga, in tegenwoordigheid van mr Wijma, als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 20 december 2000.